Blijf op de hoogte, klik hier

Meer over brandwonden

 

Deel 1 – Een verbranding, wat betekent dat?

Iedereen loopt elk jaar wel een verbranding op, een vetspat bij het koken, je vinger branden aan de kachel, meestal gaat het vanzelf weer over en komt zelfs de huisarts er niet aan te pas. Soms is het veel erger en is behandeling in het ziekenhuis nodig, of zelfs opname in een brandwondencentrum.

Deze pagina is de eerste van een serie die je iets vertelt over brandwonden, hoe vaak een verbranding optreedt, wat een brandwond is, waar het behandeld wordt en wat het betekent voor iemand. Dit is het eerste deel.

Hoe vaak komen brandwonden voor?

Zoals al gezegd, iedereen heeft wel eens een kleine oppervlakkige verbanding. Met wat huidcrème of een beschermende pleister is het wondje snel genezen.
Per jaar zoeken 35.000 mensen met een brandwond medisch hulp, voor 1500 slachtoffers is opname in een ziekenhuis noodzakelijk. Bij 600-800 mensen is de brandwond zo ernstig, dat opname in een van de drie brandwondencentra van Nederland nodig is. Ook worden er per Brandwondencentrum ongeveer 700 mensen poliklinisch behandeld.
De helft van de mensen die medische hulp zoekt voor een brandwond is gedurende enige tijd beperkt in het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden zoals wassen en aankleden of het uitoefenen van het werk.

Wat is een brandwond?

Bij een brandwond is door warmte, straling of bijvoorbeeld een chemische stof een deel van de huid of de gehele huid beschadigd. Huidcellen zijn kapot gegaan, huidvezels zijn beschadigd, de bloedvaatjes in de huid zitten dicht omdat het bloed erin is gestold, huidzenuwen zijn beschadigd en klieren in de huid, zoals talg- en zweetklieren werken niet meer. In het plaatje zie je waar deze onderdelen van de huid zich bevinden.

Het bovenste deel van de huid, waar je tegenaan kijkt is de opperhuid. De opperhuid bestaat voornamelijk uit huidcellen, die in de rode laag (kiemlaag)worden gevormd en in de loop van de tijd naar boven verplaatsen, afplatten en tenslotte als huidschilfers loslaten.

De lederhuid bestaat uit vezels die de sterkte en elasticiteit van de huid bepalen. De kleine bloedvaten, zenuwuiteinden talgkieren en zweetklieren bevinden zich in deze laag.
Daaronder ligt het onderhuidse vetweefsel. Deze laag zorgt voor de isolatie van het lichaam en is zo los van structuur dat de huid gemakkelijk over de onderlaag van spieren en gewrichten kan schuiven.

 

Een eerstegraads brandwond is eigenlijk geen wond. Er is alleen roodheid van de huid, die wel heel pijnlijk kan zijn, denk maar aan de verbranding door het te lang in de zon zitten. De huid is alleen wat ontstoken. Het gaat vanzelf over, pijnstilling en tijdelijke behandeling met een huidcrème of bodylotion zijn voldoende.

Bij een tweedegraads verbranding is er wel degelijk huid beschadigd en zijn cellen, vezels, zenuwen en bloedvaten kapot gegaan. De rode laag op de afbeelding, de kiemlaag is nog op een aantal plaatsen heel gebleven. Op de afbeelding kun je zien dat die laag zelfs nog in het onderhuidse weefsel doorloopt. Deze brandwonden kunnen vanzelf genezen, maar moeten wel goed behandeld worden.
Als er veel huid beschadigd is, we spreken dan van een diep tweedegraads brandwond, kan er na de genezing een litteken gevormd worden.
Als alle lagen van de huid, dus de opperhuid en de hele lederhuid verloren zijn gegaan, hebben we te maken met een derdegraads brandwond. Alleen hele kleine derdegraads brandwonden genezen vanzelf, meestal is een huidtransplantatie nodig.

Deel 2 – De ernst van een verbranding

De meeste brandwonden zijn eenvoudig te behandelen en genezen snel, ook als je er niets aan doet. Iemand die te lang in de zon zit kan ’s avonds een pijnlijke huid hebben, bijvoorbeeld op de schouder. De huid ziet er rood uit, er zijn geen blaren en geeft soms een branderig gevoel. Iemand kan zelfs lichte temperatuursverhoging hebben.
Eigenlijk is er geen sprake van een wond, maar is er een ontstekingsreactie van de huid. Een koele douche, een verzachtende huidcrème en soms een pijnstiller zijn voldoende voor de behandeling. Vaak treedt na een paar dagen vervelling op. Deze zonverbrandingen zijn eenvoudig te voorkomen door niet te lang in de zon te zitten en een zonnebrandcrème te gebruiken.

Treden er na een ongeval met bijvoorbeeld heet water blaren op, dan is er sprake van een echte verbranding, waarbij de huid beschadigd is. Hoe dieper de huidbeschadiging, hoe meer huidlagen er zijn aangedaan, hoe ernstiger de verbranding is. Hoe heter het materiaal is waarmee de huid in aanraking komt, hoe langer de inwerking ervan is en hoe meer materiaal er op de huid komt, des te dieper en groter is de brandwond.

Ook maakt het uit op welk deel van het lichaam de verbranding plaatsvindt. Op sommige plekken is de huid erg dun, bijvoorbeeld aan de binnenkant van de pols of bovenop de voet, op andere plaatsen is de huid juist erg dik, bijvoorbeeld op de rug.
Hoe dunner de huid, hoe dieper en ernstiger de verbranding. Ook is de leeftijd van belang. Jonge kinderen en oude mensen hebben een dunne huid.

We zullen eens naar een paar voorbeelden kijken.

Een kind speelt in de kamer en trekt aan het tafelkleed waardoor een kopje thee omvalt. De thee was vijf minuten geleden ingeschonken en was niet meer zo heel heet, bovendien zit er maar weinig thee in het kopje.

De thee komt over het gezicht. De moeder ziet het gebeuren en koelt de brandwond onmiddellijk met lauw kraanwater. Gelukkig is er maar een klein blaartje op de wond.
De huisarts stelt een oppervlakkig tweedegraads brandwond vast en geeft een verzachtende zalf. Na drie dagen is het wondje genezen.
Een ander kind speelt alleen in de keuken, waar een pan soep op het fornuis staat te koken. Het kind wil in de pan kijken en trekt de pan soep om, waardoor het een grote scheut gloeiend hete soep over zicht heen krijgt.

De moeder komt op het huilen van het kind af en zet het kind onmiddellijk onder de douche. Het is duidelijk de verbranding hier veel ernstiger is. Dit kind gaat met de ambulance naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, waar blijkt dat er tweede en derdegraads brandwonden zijn aan een arm, de voorkant van de romp en de beide benen. Vanuit de eerst hulpafdeling gaat het meteen naar een brandwondencentrum.

Hoe onderzoekt de dokter een brandwond?

Allereerst moet de arts natuurlijk precies weten wat er bij het ongeval gebeurd is.
Hoe heet was het vet of het water, was het een kleine steekvlam die ontstond toen spiritus op het vuurtje werd gegooid, hebben de kleren gebrand en is de brandwond meteen gekoeld?
Ook is het van belang of de brandwonden pijnlijk zijn. Tweedegraads brandwonden zijn (erg) pijnlijk, derdegraads brandwonden doen geen pijn, omdat de huidzenuwen beschadigd zijn.  Pas als dit allemaal gevraagd is wordt de brandwond onderzocht.

Eerst wordt gekeken hoe groot het oppervlak van de brandwond of de brandwonden is. De huid die alleen maar rood is telt daarbij niet mee. Een kant van de hand van het slachtoffer is een procent van het lichaamsoppervlak. Iemand is bijvoorbeeld gestruikeld toen hij met een pan heet frituurvet door de keuken liep, waardoor een scheut het vet over de onderarm, bovenbeen en voet is gekomen.

Bij het onderzoek kan de dokter dan de hand van het slachtoffer bij de brandwonden op de arm, het been en de voet houden. Aan de onderarm en de voet is de brandwond ongeveer even groot als een halve hand en op het bovenbeen even groot als drie handen. De totale verbranding is dan vier procent van het lichaamsoppervlak.
Dan wordt gekeken hoe diep de brandwond is. Allereerst wordt goed naar de wond gekeken. Zijn de blaren al van de wond af, of zitten ze er nog op? Ziet de wond er onder de blaren roze en glanzend uit of dof en bleek?

Dan voelt de arts met een steriele handschoen aan of er een goede doorbloeding van de wond is. Als met een vinger even op de roze wond wordt gedrukt, dan wordt die plek bleek. Wordt de vinger losgelaten, dan stroomt het bloed er weer door en wordt de wond weer roze. Dit verschijnsel wordt ook wel capillaire refill genoemd. Als dit optreedt dan gaat het om een tweedegraads brandwond. Tweedegraads brandwonden voelen zacht en soepel aan, als normale huid. Derdegraads brandwonden voelen stug en leerachtig aan.

Diepte van de verbranding Pijnlijk Onderzoek
Eerstegraads Ja alleen rode huid
Tweedegraads Ja Blaren
Glanzende wond, roze/rode kleur
Capillaire refill
Soepel en zacht
Derdegraads Nee Blaren
Doffe wond, bleke kleur
Geen capillaire refill
Leerachtig

 

Deel 3 – Op welke manieren kunnen brandwonden worden behandeld?

De huid beschermt het lichaam tegen invloeden van buitenaf en houdt bacteriën buiten het lichaam. Daarnaast zorgt de huid ook dat vocht, mineralen en eiwitten uit het lichaam niet naar buiten lekken. De huid vormt dus een barrière tussen de binnenkant en buitenkant van het lichaam.

Ook regelt huid de temperatuur van het lichaam; als het buiten erg warm is koelt het lichaam door het zweet af en als het buiten koud is ontstaat kippenvel.
Ook maken we door de huid contact met de buitenwereld, door te voelen of iets warm of koud is, of vinden we op de tast het lichtknopje in het donker.
En last but not least, de huid bepaalt hoe iemand er uit ziet, het is het orgaan van het lichaam dat het best zichtbaar is voor ons zelf en anderen. Bij een verbranding kunnen al die functies van de huid verstoord zijn. Het lichaam lekt vocht, eiwitten en mineralen naar buiten, bacteriën kunnen het lichaam binnendringen waardoor infecties ontstaan. Als de huid diep verbrand is, dan herstelt de huid met de vorming van een litteken, dat voor iedereen zichtbaar is

Middelen waarmee brandwonden worden behandeld moeten de functies van de verbrande huid overnemen tot de wond gesloten is, en het liefst ook de latere gevolgen van diepen brandwonden, littekens, zoveel mogelijk voorkomen.
Er zijn talloze merken en soorten verbandmiddelen, zalven en crèmes op de markt om (brand)wonden te behandelen. Vele verschillende middelen kunnen tot dezelfde resultaten leiden. Bij de keuze van een behandelmethode wordt naar een aantal punten gekeken. Om het niet al te ingewikkeld te maken zijn de verschillende behandelmethoden in groepen ingedeeld.

De open behandeling

Hierbij wordt de wond aan de lucht blootgesteld en droogt de wond uit. Er ontstaat door het ingedroogde wondvocht een korst die de wond afdekt. Onder de korst kan de wond genezen.
In sommige warme landen, waar geen geld is voor verbandmiddelen wordt deze behandeling toegepast. Er is een groot gevaar voor infectie omdat de korst niet overal goed gesloten is en bacteriën bij de wond kunnen komen.

De gesloten wondbehandeling

Door een verband in de vorm van een kunststof vlies of membraan wordt de brandwond volledig afgedekt. De wond is van de buitenwereld afgesloten en er kunnen geen bacteriën binnendringen. Vocht, eiwitten en mineralen worden tegengehouden. De wond blijft goed vochtig hetgeen heel belangrijk is voor een goede en snelle wondgenezing.
De eenvoudigste vorm van een membraan om een wond te behandelen is de blaar.

Bij kleine oppervlakkige brandwonden kan deze na doorprikken op de wond blijven zitten tot deze genezen is. Er zijn tegenwoordig veel verbandmiddelen op de markt, met veel betere eigenschappen dan een blaar, die ook gebruikt kunnen worden om diep tweedegraads brandwonden te behandelen.
Een bijzondere vorm van een gesloten wondbehandeling is het gebruik van donorhuid. Donorhuid is een heel dun laagje huid dat wordt afgenomen bij overledenen. Het wordt in kleine potjes in glycerol bewaard. In brandwondencentra wordt het onder andere gebruikt bij de behandeling van tweedegraads heetwaterverbrandingen bij kinderen.

De halfopen wondbehandeling

Hierbij wordt gebruik gemaakt van zalfverbanden, die regelmatig gewisseld worden en die de wond ontsmetten.

Wanneer wordt welk middel toegepast?

Dat hangt van veel factoren af. Als een brandwond besmet is of als vermoed wordt dat de wond niet geheel schoon is wordt meestal een zalfverband gebruikt. Ook kunnen membraanverbanden of donorhuid niet op alle delen van het lichaam gebruikt worden, bijvoorbeeld omdat een lichaamsdeel teveel beweegt, waardoor het niet op zijn plaats blijft, zoals over een gewricht of op de hand. Op grond van de diepte, de uitgebreidheid en de plaats van de verbranding zal een keus gemaakt worden.

Waar wordt iemand met brandwonden behandeld?

Als het oppervlak en de diepte van de verbranding bekend zijn kan een behandelplan worden gemaakt en kan worden bepaald wie de brandwond behandeld en waar de brandwond het beste behandeld kan worden.

De meeste brandwonden zijn klein (minder dan twee procent van het lichaamsoppervlak) en tweedegraads. Deze kunnen heel goed door de huisarts worden behandeld.
Grotere tweedegraads brandwonden worden in een ziekenhuis behandeld, meestal poliklinisch maar soms moet iemand worden opgenomen.

Een enkele keer is de verbranding zo ernstig dat iemand moet worden verwezen naar een van de drie brandwondencentra in Nederland. Kinderen of bejaarden met brandwonden groter dan 5 procent van het lichaamsoppervlak, volwassenen met brandwonden groter dan 10 procent van het lichaamsoppervlak en derdegraads brandwonden groter dan vijf procent worden in een brandwondencentrum behandeld.
Ook bijzondere brandwonden, zoals brandwonden door chemische stoffen of elektriciteit worden verwezen naar een centrum. Ook als iemand naast brandwonden ander letsel heeft, zoals een luchtwegbeschadiging door rook of een botbreuk of een hersenschudding vindt verwijzing naar een brandwondencentrum plaats.